Onderweg met de eigenaar van een Porsche 356 Speedster uit 1956

Europa was in 1945 aanzienlijk getroffen door de oorlog maar in dat jaar begon de industrieën met nieuw elan herbouwd te worden. Veelal vond dit plaats in tijdelijke onderkomens, hetgeen ook gold voor Porsche. Al gedurende WO II keerde men Stuttgart de rug toe en vond een nieuw onderkomen in het Oostenrijkse Gmünd.

Terwijl Ferdinand Porsche na de oorlog op basis van politiek-gemotiveerde beschuldigingen in Frankrijk in detentie zat, slaagde zijn zoon Ferry er in, om met een aantal van de beste en loyaalste medewerkers van het ontwerpbureau van zijn vader, een nieuw project te beginnen.

Het ontwerpen van een kleine sportwagen, die ondanks de in Gmünd beperkt aanwezige middelen toch in productie genomen kon worden, begon op 11 Juni 1947. De eerste en meest belangrijke beslissing die Ferry Porsche nam, was om zijn nieuwe auto te baseren op materialen van de standaard Volkswagen, waarvan de productie al in 1946 hervat was.

Het prototype van de eerste 356 (356-001) onderging in Maart 1948 de eerste test. Het was een tweezitter op basis van een buizenchassis met een voor de achteras gemonteerde motor. De eerste 356 had een erg eenvoudige carrosserie met gebogen lijnen en werd voor het eerst aan het publiek getoond tijdens de Zwitserse Grand Prix in Bern, alwaar hij positief commentaar ontlokte. De 356-001 was nog niet klaar of men werkte aan de productiemogelijkheden en dito kosten.

Het was Porsche Senior zelf die Ferry adviseerde de motor verder naar achteren te plaatsen, over de achteras heen, zoals hij deze bij de Volkswagen al had geplaatst. Hij stelde, dat enig verlies qua wegligging en bedieningsgemak gecompenseerd zou worden door verbeterd rijplezier en hij kreeg gelijk. Verder werd besloten het complexe buizenchassis te vervangen door een puntlas-kokerframe. Vanaf dat moment begon in de kleine werkplaats in Gmünd de produktie van een gelimiteerd aantal 356’s in de definitieve uitvoering: vanaf de 356/2-001 was de eerste echte serie-produktie van Porsche een feit.

Begin 1950 startte uiteindelijk de productie van de Porsche 356 in Stuttgart, met de stalen carrosserieën van Reutter, die vanaf 1949 contractspartner van Porsche was geworden. Aluminium plaatdelen werden te kostbaar wegens gebrek aan grondstoffen. In 1951 werd de 500e 356 geproduceerd en de 44Pk 1,3-liter motor verscheen, terwijl de remtrommels koelribben kregen en aan de voorzijde dubbele remcylinders gemonteerd werden, de olietemperatuurmeter zijn opwachting maakte en vanaf April de eerste telescopische dempers achter gemonteerd werden (ter vervanging van de frictiedempers).

Modeljaar 1953 was (dankzij technische noviteiten uit 1952) een heel belangrijke periode voor de evolutie van de 356, met de introductie (na zijn presentatie in 1952) van de American Roadster, de 60Pk 1,5-liter motor en nieuwe instrumenten. De 356 was aanzienlijk verbeterd met de introductie van een serie nieuwe details (nieuwe bumpers en schakelmechanisme etc.) waarvan de nieuwe voorruit de meest opvallende was, nog steeds in V-vorm, maar nu uit één stuk.

In het derde kwartaal van 1952 maakten twee nieuwe motoren hun opwachting, de 55Pk 1500 cc kwam het eerst, gevolgd door de 70Pk 1500 S. Tegelijkertijd werden de remmen verder verbeterd door de diameter van de trommel te vergroten tot 280 millimeter en de volledig gesynchroniseerde Porsche versnellingsbak werd geïntroduceerd. Maar een minstens even belangrijke verandering was de verschijning van de type 547 motor: de beroemde dubbele nokkenas-motor ontworpen door Ernst Fuhrmann, aangedreven door assen en haakse tandwielen vanaf de krukas. Voor het eerst getoond in de 550 Spyder tijdens de autoshow in Parijs in 1952, was de 547 van een vergelijkbare importantie als de motoren die nog voorzien waren van stoterstangen en kleptuimelaars. De 547 was natuurlijk voorbestemd om ook in de 356’s gemonteerd te worden, waarmee de snelle Carrera een feit waren.

Technisch gezien vormde 1953 een jaar van bezinning: er was slechts de introductie van een nieuwe 1,3-liter 60Pk ‘super’motor met een krukas voorzien van rollagers. Het jaar 1954 bood meer innovatie met de verschijning van de legendarische Speedster. Oorspronkelijk was deze bedoeld als een aan de onderkant van de markt gepositioneerd model voor de Verenigde Staten; een kleine, extreem eenvoudige sportwagen met een lage voorruit, waardoor men direct het gevoel van snelheid had, met een zeer sober uitgevoerd interieur om de kosten te drukken. Ondertussen kregen de ‘normale‘ modellen verbeterde stoelen, -instrumentarium en -uitrustingsniveau, de sterkere ruitenwissers kregen ook een sproeier, krachtige Bosch claxons werden gemonteerd achter de kleine grills onder de koplampen. Aan het einde van het jaar werden nieuwe motoren met driedelige carterblokken geïntroduceerd (het betrof hier alleen de zwaardere motoren, de 1,1-liter VW motoren bleven uit twee delen bestaan) alsook een stabilisatorstang aan de voorzijde en andere verbeteringen.

Hoe de 356 laten rijdt laten de heren van Petrolicious in de onderstaande video zien.

Leave a reply

Respect Copyright!
%d bloggers like this: